Autorijden met pleegkinderen

Het is vrijdagmiddag en nadat ik de kinderen van school heb opgehaald rijden we direct door richting het zuiden des lands, op naar mijn ouders voor een gezellige logeerpartij. Het is een ritje van iets meer dan een uur als het verkeer meezit. Thomas zit tevreden naast me, hij tuurt uit het raam en concentreert zich op het landschap wat hij aan zich voorbij ziet trekken. Door zoveel mogelijk herkenningspunten onderweg te onthouden lukt het hem binnen no time de meest ingewikkelde routes te onthouden, weet ik inmiddels. Heel handig voor iemand met zo weinig topografische kennis als ikzelf, kan ik je vertellen! Hij is volledig ontspannen, autorijden is voor hem een manier om tot rust te komen, het maakt zijn meestal zo overvolle hoofd lekker leeg. Op de achterbank zit Vera. Zij kijkt niet naar buiten maar richt haar aandacht volledig op het spelletje wat ze op haar Nintendo DS speelt. Af en toe roept ze een enthousiast "yes!!" of een gefrustreerd "neeee!". Meer geluid produceert ze niet. Ook zij geniet en vermaakt zich opperbest.

Hoe anders was dit voorheen, toen Vera en Thomas nog maar net bij ons waren komen wonen. Autorijden was toen een hel op aarde, en dan druk ik me naar mijn mening nog voorzichtig uit. Vooral Vera raakte volledig over de rooie wanneer we met de auto ergens naartoe moesten. Ze krijste alles bij elkaar, wat ervoor zorgde dat Thomas volledig in paniek raakte en heel hard moest huilen. Tel daarbij op dat je als bestuurder letterlijk geen kant op kunt en je ook nog eens moet focussen op de route en de andere weggebruikers en je kan je enigszins voorstellen dat autorijden bepaald geen pretje was voor ons allemaal. Niets leek te helpen: herhaaldelijk vertellen waar we naartoe zouden gaan, een muziekje opzetten ter afleiding, negeren, boos worden... ik werd er wanhopig van. Uiteindelijk ontdekten we dat Vera iets rustiger werd als ze haar lievelingsknuffel mocht vasthouden tijdens de rit. Maar zodra die per ongeluk op de grond viel begon het gillen van voren af aan en moest ik gehaast op zoek naar de eerstvolgende parkeerplaats om te redden wat er te redden viel.

Natuurlijk begrijp ik intussen waar dit gedrag vandaan kwam: Vera was gewoon hartstikke bang. De laatste autorit die ze vanuit het huis van haar ouders had gemaakt was er één met haar toenmalige gezinsvoogd plus een voor haar onbekende meneer geweest, naar mensen die ze zich niet meer kon herinneren, om daar te gaan wonen. Onvoorbereid, op peuterleeftijd en zonder enige houvast. Wat moet dat een ontzettend naar gevoel hebben gegeven aan dat kleine meisje. Autorijden was een traumatische ervaring voor Vera geworden en het was dus geen wonder dat ze in blinde paniek ging schreeuwen zodra ze weer de auto in moest. Want we konden haar wel vertellen waar we heen gingen, proberen haar gerust te stellen en af te leiden, maar wie kon haar garanderen dat niet opnieuw hetzelfde zou gaan gebeuren? Wie gaf haar de garantie dat ze niet weer zou worden weggerukt uit een voor haar vertrouwde omgeving?

Ik weet niet meer precies hoe het is overgegaan, maar intussen is autorijden met Vera en Thomas van een oorverdovend drama getransformeerd tot een ontspannen aangelegenheid. Ik denk dat in dit geval de tijd heeft gemaakt dat het goedkwam, plus het feit dat we hen telkens brachten waar we zeiden naartoe te gaan én dat we altijd weer samen terug thuis kwamen. Er klinkt nu geen gegil meer vanaf de achterbank, hooguit wat heibel om wie op wiens helft zit en dat soort broer-zus gedoe. En wat ben ik daar blij mee.

Het is soms goed om bewust terug te blikken op de bochtige route die we in al die pleegzorgjaren hebben afgelegd, om te kunnen zien welke prachtige bestemming we inmiddels met elkaar bereikt hebben.




Reacties

Best gelezen berichten