Voor altijd thuis
Een bijzonder gesprek, vanochtend vroeg. Vera is met
manlief naar paardrijles en Thomas kruipt nog even lekker tegen me aan in ons
behaaglijk warme bed. “Waarom jij papa
trouwt?”, vraagt hij zich ineens af. “Omdat ik papa heel lief vind”, antwoord
ik. “En toen?”, informeert hij verder. “Nou, na een tijdje kwamen Vera en jij
bij ons wonen, en daar was ik ontzettend blij mee”. Thomas raakt op dreef, hij heeft
kennelijk wel zin in een vragenvuurtje: “ik uit jouw buik?”
Ik leg hem uit dat hij niet uit mijn buik, maar uit
zijn moeder geboren is. Oh ja, nu weet
hij het weer. Ik vertel hem meer van het verhaal dat hij al zo goed kent, en
licht toe dat hij als baby bij zijn pleegopa- en oma heeft gewoond, voordat hij
bij ons kwam. Dat er nog meer plekken waren waar hij tijdelijk verbleef, laat
ik voor nu maar even buiten beschouwing. Dat zou nog te ingewikkeld voor hem
zijn en komt wel als hij wat ouder is.
Eén voor één noemt Thomas de leeftijden op die hij reeds
gepasseerd is, met hierbij de vraag waar hij in die periode was. Ik vertel hem
over de eerste keer dat ik hem zag en hoe bijzonder ik dit vond, en hij
glundert. We praten verder over de periode dat hij bij ons kwam wonen, en
Thomas blikt terug: “ik eerst wennen”.
Plots klinkt zijn stem anders, onzekerder: “en als ik groot,
dan nog bij mama komen?” “En als ik boos, en als ik schreeuwen?” Ik stel hem
gerust en zeg dat hij bij ons op mag groeien en altijd welkom is en zal
blijven. En ik benadruk dat ik onnoemlijk veel van hem houd, wat hij ook doet
en hoe hij dwars hij ook zal liggen. Hij hoeft niet meer te verkassen, maar mag
hier thuis zijn, mijn mooie lieve Thomas.
Een diepe zucht, een dozijn kleine kusjes en een gigantisch grote knuffel
later gaat hij weer spelen. Over tot de orde van de dag.
Reacties
Een reactie posten