Rooskleurig pad

Zorgen voor kinderen brengt een immense verantwoordelijkheid met zich mee, dat weet iedere ouder. Als het even kan is het namelijk de bedoeling dat je kinderen zich gelukkig, gezond en geliefd voelen, zowel nu als in de toekomst. Allemaal wensen we voor onze kroost een keurig geplaveid pad vol zachtroze rozenblaadjes dat leidt van het eerste warme flesje melk en een vers verschoonde luier, via een succesvolle schoolcarrière die rijk is aan allerhande sociale geneugten, naar een stabiele baan plus mooie woonplek en uiteindelijk een zinderend leuk zelfstandig leven. Bij voorkeur klinkt gedurende deze reis ook nog de ganse tijd een frivool vioolmuziekje en ruikt het leven er immer als een weelderig veldboeket. Teleurstelling en verdriet zijn absoluut niet welkom en worden, indien onverhoopt toch gesignaleerd, per acuut verbannen naar de meest afgelegen uithoek van een land hier zo ver mogelijk vandaan.

Nu weet ik heus wel dat dit niet realistisch is. Voor geen enkel kind verloopt het levenspad zonder hobbels, bobbels en losliggende klinkers, maar zéker niet voor kinderen met bagage en voor diegenen die extra zorg nodig hebben. Gelukkig durf ik van mezelf te zeggen dat ik een ouder ben die redelijk bedreven is in het loslaten van verwachtingen. Ik roep weleens gekscherend dat ik absoluut niet die weg vol rozenblaadjes verwacht, en dat ik allang blij ben als “die van mij” op het réchte pad blijven en niet uit de bocht vliegen. Wat ik hiermee vooral bedoel is dat ik hoop dat ze gelukkig mogen zijn, en ik kan daarbij in alle eerlijkheid zeggen dat het me écht geen ene malle moer kan schelen of ze zullen eindigen als astronaut, vakkenvuller of medewerker van een lunchroom gerund door mensen met een beperking.

Verwachtingen vormen dus niet zozeer een probleem voor mij, maar die hoop op geluk, die is des te sterker aanwezig. Daarvoor wil ik alles doen. Ik ben zo’n moeder die bereid is halsbrekende toeren uit te halen om grote teleurstellingen en hevig verdriet waar mogelijk buitenshuis te houden. Zo’n kloek die vechtend tegen de bierkaai ten onder gaat en zich dan nog schuldig kan voelen omdat iets niet gelukt is. Dit houdt natuurlijk niet in dat mijn kinderen altijd maar hun zin krijgen en ik geen nee weet te zeggen tegen de vraag om een extra snoepje vlak voor etenstijd. Het gaat om veel grotere zaken. Ik koester de wens mijn kinderen te beschermen tegen de soms te boze buitenwereld en kan me als een schuimbekkende pitbull in menig kuitbeen vastbijten tijdens de verdediging van hun belangen.
 
Vaak is dit tegen beter weten in, dat besef ik me maar al te goed. Bovendien kan dit gigantische verantwoordelijkheidsgevoel me enorm benauwen. Hoe zou het moeten als ik ooit weg zou vallen? Als ik hieraan denk is het alsof er een olifant op mijn borstkast  gaat zitten. Angst en paniek regeren in de hoeken van mijn hoofd waar deze gedachte sluimerend leeft. Als ik het toelaat, viert de hypochonder in mij uitbundig zijn hoogtijdagen, bezoek ik mijn huisarts vaker dan mijn naaste familie en verandert elk ingewikkeld verkeerskruispunt in een onbegaanbaar en dus levensgevaarlijk mijnenveld. Daar wordt niemand blij van, maar vooral ikzelf niet. En dus moet ik leren om, naast verwachtingen, mettertijd ook wat zorgen los te gaan laten. Want uiteindelijk moeten ook mijn kinderen, met hun bagage, het zelf gaan doen en hun eigen leven gaan leiden (uiteraard met waar nodig ondersteuning van mijzelf en/of anderen). En dat geldt ook als hun pad niet altijd over rozen zal gaan, of als de weg ineens wel heel erg bochtig blijkt te zijn.

Reacties

Best gelezen berichten