Loslaten zodat Thomas leren kan
Het is een lenteachtige zondagmiddag en Thomas wil maar één
ding: naar buiten toe. Nee, ik hoef niet mee, liever níet zelfs. En by the way, dat spelen in de achtertuin
heeft hij nu ook wel gezien. Hij wil op pad, rondfietsen, ontdekken wat de
buurt te brengen heeft. Vera hangt ondersteboven op de bank met een boek en
heeft totaal geen zin om met haar kleine broertje mee te gaan. Stiekem baal ik
daarvan. Hoewel ik heus wel weet dat zij vaak haar eigen gang gaat voelt het
toch alsof zij Thomas een beetje in de gaten kan houden als ze beiden aan het buitenspelen
zijn. Het is een rol waar ik haar helemáál niet in wil hebben. Ze heeft immers al
haar handen vol aan het hanteren van zichzelf en haar eigen emoties. Toch stap
ik soms per ongeluk in volle vaart deze valkuil in.
Rationeel gezien weet ik dat Thomas zich wel redt. Hij
kent de weg in onze wijk goed, sterker nog: in routes onthouden is hij vele
malen beter dan ikzelf, en hij weet tot waar hij ongeveer mag gaan. Ook kan hij
inmiddels een klein beetje klokkijken en lukt het hem redelijk zich elk halfuur
eventjes thuis te komen melden. Toch knaagt er iedere keer weer een ongerust
gevoel in mijn buik wanneer hij in zijn eentje buiten speelt. Ik weet namelijk
dat hij heel graag met allerlei mensen een kletspraatje aanknoopt. Wat als hij
net de verkeerde persoon treft? Visioenen van knettergekke kinderlokkers dringen
zich ongewild aan mij op. Ik weet ook dat andere kinderen hem vaak een vreemde
vogel vinden en hem weleens pesten of uit de tent proberen te lokken. Wat als
dit nu een keer volledig escaleert? Kortom: ik word misselijk bij de gedachte
dat iemand mijn kwetsbare Thomas pijn zou kunnen doen.
Ondanks mijn bezorgdheid laat ik hem toch gaan. Vijfentwintig
minuten later, keurig op tijd, staat hij weer voor de deur. Hij heeft een
nieuwe speeltuin ontdekt, vertelt hij trots. Hij legt me uit waar het is en
vraagt of hij daar mag gaan spelen. Ik moet even slikken, maar het mag. Met de
doorzichtige smoes dat ik ook wel héél graag wil zien hoe die nieuwe speelplek
eruitziet loop ik even later die kant op om een kijkje te gaan nemen. Dat ik
dan meteen kan checken welke kinderen hier aan het spelen zijn en wat voor
sfeer er hangt houd ik uiteraard stilletjes voor mezelf. Thomas ziet me al van
verre aankomen en komt enthousiast naar me toe gefietst. Ik krijg een vlugge
zoen en terwijl ik nog iets aan hem probeer te vragen fietst hij alweer bij me
vandaan. Daar sta ik dan.
Niet voor de eerste keer toont Thomas mij wat hij nodig
heeft: “laat mij de wereld een stukje verder ontdekken. Laat mij ervaren, laat
mij leren. Laat maar los mama, ik kan dit zelf…”
Reacties
Een reactie posten