NEGEN (en wat ben ik trots!!)

"Weet je wel hoe ongelofelijk trots ik op jou ben?" Met zijn tweetjes fietsen we een rondje in de zachte avondzon, aan het einde van een warme zomerdag. Glunderend en ietwat verrast kijk je naar me op. "Echt?", zeg je vragend. "Ja", leg ik uit, "je hebt het namelijk zó ontzettend goed gedaan de afgelopen maanden. Ik weet dat je niet goed tegen veranderingen kan, maar toch gingen we verhuizen. En moest jij afscheid nemen van ons huis, je kamer, je school, je klasgenootjes en je juffen. En dat heb je súper knap gedaan. Je was verdrietig en dat mocht ook, maar deed toch direct je best ook te gaan wennen aan ons nieuwe huis, je nieuwe kamer en de nieuwe buurt. Dat is heel erg knap voor iemand die het zo lastig vindt als dingen ineens anders zijn". Je knikt, dat ben je wel met me eens.

"En weet je waar ik ook zo trots op ben?", vervolg ik mijn verhaal, "dat je steeds weer een stukje verder groeit. Je bent alweer bijna negen jaar!" Je grinnikt: "ik ben een grote jongen hoor". Ik leg je uit dat je niet alleen in letterlijke zin aan het groeien bent (schoenmaat 36 mensen, 36!!), maar ook in je hele doen en laten. Ik vertel je over de tijd dat je net bij ons thuis kwam wonen, je was toen bijna twee. Je kon nog maar net lopen, praten deed je nog lang niet en de wereld om je heen was voor jou onduidelijk, onbekend en dus hartstikke onveilig. Structuur en duidelijkheid, daar hield jij je aan vast. Alles wat veranderde en iedere overgang zorgde voor grote paniek: als je jas uit moest na het buitenspelen, wanneer ik iets verplaatste in de woonkamer... het was een roerige periode. Inmiddels heb je geleerd dat je wereld niet op zijn kop komt te staan door ieder klein dingetje dat anders loopt, en durf je er steeds meer op te vertrouwen dat we je nooit (écht NOOIT!) alleen zullen laten.

We trappen verder, fantaserend over jouw komende levensjaar: "wat zou je dit jaar willen doen of beleven?" vraag ik je. "Een nieuw land", antwoord je vrijwel direct. "Op vakantie naar een ander land en nieuwe plekken ontdekken." Dit keer is het mijn beurt om verrast te kijken. "Echt?" vraag ik. Je knikt stellig. Ik werp nog wat bezwaren op: "in het buitenland is alles anders hè, zelfs het brood", maar dat maakt jou niets uit. Avontuur, dát is waar je aan toe bent! Wát een ontwikkeling: van een klein kwetsbaar jongetje dat bang werd van iedere verandering naar een grote knul die toe is aan een nieuwe stap. Ik slik snel de brok in mijn keel weg. "Weet je Thomas, dat ik écht heel trots op je bent, en dat ik heel veel van je houd?" Je lacht breed en fietst ineens een stukje harder. Op naar de volgende uitdaging!





Reacties

Best gelezen berichten