Verkouden

 “Maar dan mis ik alle uitleg op de eerste schooldag.” Niet begrijpend kijkt Thomas me aan. Er rolt een dikke traan over zijn rechterwang. Woest duwt hij zijn broodtrommel opzij. Een gloednieuwe is het, in zijn lievelingskleur. Hij schuift bijna van de ontbijttafel af. “Stomme corona!” De schreeuw komt uit zijn tenen. Het ís ook nauwelijks te bevatten: normaal gesproken stimuleren we onze kinderen om gewoon naar school te gaan. “Nee joh, een snotneus is helemaal niet erg, neem maar een extra pakje papieren zakdoekjes mee.” Inmiddels is echter alles anders.

Vlak voor het ontbijt voerden mijn man en ik nog een bliksemoverleg, maar eigenlijk was het al zo klaar als een klontje: Thomas hoestte, dus hij moest thuisblijven. Regels zijn regels. Wat had hij zich erop verheugd zijn juffen, meesters en schoolgenootjes weer te zien. Na zes weken chillen, spelen en vakantievieren was hij er echt weer aan toe. “Ik mis Moniek zo. En Tom. En Yasmin natuurlijk, vooral Yasmin. Ik ben nog steeds heel erg verliefd op haar hoor.” Dagelijks herhaalde hij zijn boodschap. Alsof we anders zouden vergeten hoe belangrijk school voor hem is.

“ik ben niet ziek, ik wil weer naar school mama!” 

Eenmaal op mijn werk stuurt mijn man een foto van Thomas door. Hij ligt met een dekentje op de bank. Dan maar helemaal in de ziekterol, lijkt hij te denken. Zijn tranen zijn gedroogd maar zijn koppie ziet er nog altijd beteuterd uit. Wat een contrast met alle back to school foto’s die ik vandaag al op internet voorbij heb zien komen. ’s Middags belt Thomas me snikkend op: “Ik ben niet ziek, ik wil weer naar school mama!” Even ben ik stil. Hoe leg ik dit uit aan een kind dat vanuit zijn verstandelijke beperking juist extra veiligheid en voorspelbaarheid nodig heeft?  “Je bent ook niet ziek Thomas, maar wel een beetje verkouden. Jij bent een hele gezonde en sterke jongen, dus voor jou kan dat geen kwaad. Maar voor andere mensen, die minder gezond zijn, kan hoesten wel gevaarlijk zijn. Jij helpt andere mensen dus door nu even thuis te blijven.” Thomas stopt met huilen; mijn uitleg helpt een klein beetje.

Op dinsdagochtend word ik wakker voordat mijn wekker is gegaan. Ik hoor de vaatwasser opengaan, de schone borden knallen onhandig tegen elkaar aan. De koelkastdeur piept en voetstappen schuifelen heen en weer van de keuken naar de eettafel. Eén opvallend geluid ontbreekt sinds gistermiddag: Thomas hoest niet meer! Wanneer ik beneden kom is de tafel gedekt. Thomas’ groene broodtrommel staat naast zijn ontbijtbord en de eerste besmeerde boterham zit er al in. “Vandaag zie ik Moniek weer. En Tom. Én Yasmin natuurlijk.” Met een grijns van oor tot oor kijkt hij me triomfantelijk aan. Zou alles nu dan toch weer een beetje normaler worden? Terwijl ik het me afvraag voel ik een irritante kriebel in mijn keel opkomen. En eigenlijk zit mijn neus ook best wel verstopt. Met een diepe zucht app ik mijn leidinggevende: “ik vrees dat ik vandaag thuis zal moeten werken…”

Reacties

Best gelezen berichten