Nummer acht
“Niet weer!” is mijn eerste reactie als ik vorige week een
e-mail van de voogd van Vera ontvang, waarin hij zijn vertrek aankondigt. Min
of meer acuut zal Vera weer een andere voogd gaan krijgen. Ik tel hardop de
namen van haar voorgaande voogden en schrik: dit wordt nummer acht, en is alleen dit
jaar al de vierde persoon die wij zullen moeten gaan ontmoeten.
Natuurlijk zijn deze wisselingen niet helemaal te voorkomen.
Er krijgt eens iemand een andere baan, er wordt er eens één zwanger en een
ander verhuisd naar het hoge noorden, bij wijze van. Maar acht gezichten, acht
voogden, die allemaal nogal wat over dit kind te zeggen hebben, is teveel. Als
telkens afbreuk wordt gedaan aan iets wat net is opgebouwd, ontstaat er een
puinhoop.
Vera zelf heeft gelukkig niet veel in de gaten van al deze
wisselingen. Wel begon ze bij de laatste voogd zich af te vragen “wat die
vreemde meneer toch telkens bij ons thuis kwam doen”. Ze vond het duidelijk
maar niets, en ik vond het veel te complex om haar een heel eerlijk antwoord te
kunnen geven. Wat had ik moeten zeggen? “Dat is een meneer die je niet kent,
maar die wettelijk gezien wel alles over jou mag bepalen?” In het kader van
werken aan hechting en zich veiliger gaan voelen, leek me dit niet erg geschikt.
Dat nu voogd nummer acht ten tonele zou gaan verschijnen
leek me nóg ongeschikter. Daarom besloot ik maar meteen de spreekwoordelijke
koe bij de horens te vatten. Na overleg met onze pleegzorgwerker (die er is om
ons af en toe te begeleiden) belde ik de manager van de vertrekkende voogd op
met een voorstel. Op mijn vraag of de voogd van Thomas (die Vera wél kent, maar in een andere regio werkt) ook
tijdelijk de voogd van Vera zou kunnen worden, werd tot mijn grote verbazing niet
afwijzend gereageerd. Vooral mijn uitleg over het feit dat we voor beide
kinderen op termijn graag pleegoudervoogdij op ons willen gaan nemen en dat dit
dus maar een tijdje nodig zou zijn, viel in goede aarde. In een uurtje was het
geregeld: de kinderen hebben voortaan dezelfde voogd.
Ik kon opgelucht ademhalen en mijn schouders zakten acuut tien
centimeter naar beneden: het zou bij zeven voogden blijven. Nummer acht komt er wel, maar haar kennen we
al. En er zijn nog wat zaken te regelen en hobbels te nemen, maar uiteindelijk
hopen we het helemaal zelf te mogen gaan doen. Zodat er nooit een nummer
negen hoeft te komen.
Reacties
Een reactie posten