Niet dezelfde school

Ineens was het onderwerp daar. Ik geloof dat Vera erover begon: “Misschien zit je volgend jaar wel bij mij op school, Thomas. Toch, mama?” Slik. Zoals ik wel vaker van tevoren al over nog-niet-aan-de-orde-zijnde-onderwerpen kan nadenken, had ik me ook al menig maal afgevraagd wanneer deze vraag eens zou gaan komen. Nu dus, tijdens het autorijden, bleek het plots tijd om uit te leggen waarom Vera en Thomas eigenlijk niet op dezelfde school zitten.


Ondanks mijn overpeinzingen vooraf schrik ik toch een beetje en weet ik even niet zo goed waar ik beginnen moet. Een vraag terug stellen lijkt hierop het meest logische antwoord: “Hoe denken jullie zelf dat het komt dat Thomas naar een andere school gaat dan Vera?” Op de achterbank blijft het stil. Dat weten ze beiden niet. Voor hen is het altijd zo geweest, Thomas zit al twee jaar op school, maar nooit op dezelfde als Vera. Hij wordt elke ochtend al vroeg opgehaald door het busje, terwijl zij dan nog uitgebreid haar haren in een zelfbedachte coupe kan modelleren en rustig kan gaan bedenken welke schoenen ze vandaag weer eens aan zal doen. Ze weten gewoonweg niet beter dan dat het zo is. Niemand heeft zich ooit afgevraagd waarom. Tot vandaag.
 
“Eigenlijk”, begin ik zelf dan maar voorzichtig, “eigenlijk zit Thomas op een speciale school. Een school voor kinderen die meer hulp nodig hebben om dingen te kunnen leren.” “Oh?”, klinkt het vragend maar ook hoorbaar geïnteresseerd achter me. En dus leg ik verder uit: “Bij Thomas in de klas zitten veel minder kinderen dan bij Vera. En er zijn altijd twee juffen in plaats van één. Dat is zo, zodat alle kinderen dan meer aandacht kunnen krijgen en vaker geholpen kunnen worden.” Dat snappen ze allebei, Vera benoemt direct het grote aantal kinderen in haar klas en de juf die altijd maar eventjes bij ieder kindje kan gaan kijken tijdens de werkjes en Thomas begint meteen over zijn favoriete juf, die hem de hele dag door bij zo’n beetje alles begeleidt. Herkenning alom, gelukkig.
 
En dan komt Vera, die het vaak zo lastig vindt zich in de ander te verplaatsen, met een opmerking die me juist daarom onverwacht ontroerd: “Ik denk dat het voor Thomas veel te veel zou zijn als hij op mijn school zou zitten. Hij zou het veel te druk krijgen in zijn hoofdje.” Daarmee slaat ze exact de spijker op zijn kop, wat ontzettend knap van haar. Ook bij Thomas sluit Vera’s uitleg volledig aan, hij beaamt namelijk onmiddellijk en zonder te aarzelen wat zij zegt. En natuurlijk benoemt hij ook meteen dat hij toevallig wel op de állerleukste school zit met de állerliefste juffen. Maar daar is Vera het uiteraard (gelukkig!) totaal niet mee eens...  Ach, verschil moet er wezen, toch?!

Reacties

Best gelezen berichten