Kleffe high five

 ‘Oeh, wat heb jij een klef zweethandje.’ Thomas zit naast me op de passagiersstoel en heeft me net een high five gegeven; we riepen tegelijkertijd het juiste antwoord op een quizvraag die via de radio gesteld werd. Zoals iedere zaterdagochtend zitten we samen in de auto, onderweg naar de zorgmanege waar hij wekelijks een dag naartoe gaat. Paardrijden op één van zijn lievelingspony’s, uitgebreid lunchen met knakworstjes of soep en met een hele groep kinderen een boswandeling maken. Iedere zaterdag is een feestje, de manege is heel belangrijk voor hem. Hij kan er zichzelf zijn, ondanks zijn verstandelijke beperking. Iedereen die er komt heeft namelijk iets ‘bijzonders,’ zoals het daar zo mooi genoemd wordt.

 Zijn blik verandert direct. ‘Mam, mijn telefoon zit per ongeluk nog in mijn broekzak.’ Aan zijn stem is duidelijk te horen dat de zin die hij zojuist uitsprak niet helemaal klopt. ‘Per ongeluk’ moet eigenlijk ‘expres’ zijn. ‘Wilde jij ook een keer je mobiel meenemen, net als sommige andere kinderen uit je groepje?’ vraag ik verbaasd. Thomas knikt en legt uit dat iedereen na het eten een spelletje mag doen of een filmpje mag kijken op zijn telefoon, en dat hij dat ook heel graag een keer wilde doen. Ik voel een lach op mijn gezicht verschijnen. ‘Maar dat had je toch gewoon kunnen vragen? Voortaan gewoon even met ons overleggen, dat weet je toch.’ Ik probeer nog met wat pedagogisch verantwoorde uitleg op de proppen te komen en enigszins streng te klinken, maar eigenlijk knal ik zowat uit elkaar van trots: Thomas heeft voor het eerst iets stiekem gedaan!

 Uiteraard hoop ik niet dat dit de voorbode is van een periode vol leugens, gedraai en gekonkel, maar dat dit altijd goudeerlijke kind zoiets probeert, betekent dat hij zich ontwikkelt. En dat blijft altijd bijzonder, vooral in zijn geval. Toen hij als bijna tweejarige bij ons kwam wonen wisten we niet of hij ooit zou kunnen praten, fietsen of leren lezen. Het enige wat ons was verteld, was dat hij een flinke ontwikkelingsachterstand had. We zijn inmiddels ruim elf jaar verder en hij verbaasde ons keer op keer; hij kletst de oren van ons hoofd, is nog niet helemaal verkeersveilig maar kan zich wél redden op twee wielen en hij begint woorden en soms zelfs korte zinnen te herkennen. En nu doet hij dus zelfs iets wat ruikt naar puberale ongehoorzaamheid: een nieuwe mijlpaal!

 Ik steek mijn hand opzij en met de palm naar Thomas gericht houd ik hem omhoog. Aarzelend geeft hij me nog een high five. ‘Ben je niet boos op me? Ik wilde het zo graag dat ik hem gewoon heb meegenomen. Maar het lukte me niet om het voor me te houden.’ Zijn hand voelt beduidend minder zweterig. Ik geef hem een knipoog. ‘Hartstikke goed dat je het hebt verteld lieverd. Zoek maar een veilig plekje in je tas voor je telefoon en houdt hem goed in de gaten. Hij mag mee, maar wel op eigen risico. Ik weet zeker dat jij daar nu groot genoeg voor bent.’

Reacties

Best gelezen berichten