Doodgewoon
Eigenlijk heb ik er helemaal niet zo lang over na hoeven
denken: toen manlief en ik ruim tien jaar terug trouwden besloot ik zijn
achternaam te gaan gebruiken. Het leek me namelijk zo mooi, als er kinderen
kwamen zouden we allemaal dezelfde naam dragen. Eén familie, één bordje naast
de voordeur. Maar natuurlijk liep het totaal anders. Inmiddels vormen wij met
zijn viertjes een bontgekleurd gezelschap met heel veel verschillende
achternamen. En vinden we dat allemaal eigenlijk doodgewoon.
Wat ook volstrekt normaal is hier in huis, is het feit dat
er als kind ‘iets’ met je aan de hand is. Thomas moet regelmatig naar het
ziekenhuis en zit op een speciale school. Vera bezoekt enkele keren per jaar de
psychiater en her en der wordt er ook nog eens een therapietje tegenaan
gegooid. Ook gebruiken beide kinderen medicatie: Vera eens per dag in verband
met haar “HaDeeHaDee”, Thomas driemaal daags omdat zijn cortisolgehalte
gevaarlijk laag is. Zonder blikken of blozen accepteren ze alle toeters en
bellen die komen kijken bij het leven als zorgintensief kind, juist doordat ze in
elkaars leven zien dat nu eenmaal niet ieder pad zonder hobbels en
bobbels verloopt.
Beiden zijn ze broer/zus van een zorgintensief kind. Best
ingewikkeld, want ook dat zorgintensieve kind zijn ze allebei, en dat maakt dat
hun incasseringsvermogen niet altijd even groot is. Zo kan Thomas heel slecht
tegen Vera’s gestuiter in de ochtend. Totaal overprikkeld raakt hij ervan.
Menigmaal bedekt hij met zijn handen zijn oren terwijl we aan de ontbijttafel
zitten. Vera op haar beurt moet heel vaak wachten, omdat Thomas langzamer is en
veel begeleiding nodig heeft om tot activiteit te komen. Staat ze daar weer met
een borstel en de elastiekjes paraat, terwijl ik dappere pogingen doe Thomas te
motiveren een sok over zijn hiel te trekken. Haar hechtingsstoornis doet dan acuut
alle nare stemmetjes in haar hoofd ontwaken. Stemmetjes die fluisteren dat ik
natúúrlijk veel meer van Thomas houdt. En daarbij: ook geduld is niet haar
sterkste kant…
De oplossing (voor ons) is simpel en volgens mij precies
hetzelfde als binnen gezinnen met één zorgintensief kind: opsplitsen, om zo af
en toe een één op één moment te kunnen bieden aan beide kinderen. Vera geniet
ontzettend van samen tuttebellen en nageltjes lakken, terwijl Thomas altijd
enorm uitkijkt naar een zondags fietstochtje met manlief. En wanneer ik Vera
hoor uitleggen aan haar leerkracht waarom Thomas op een andere school zit (“hij
heeft gewoon wat extra hulp nodig juf”) of merk dat Thomas Vera een extra
complimentje geeft omdat ze dat nét even nodig heeft (“mooie haartjes, wil met
jou trouwen”), weet ik dat het goed zit met die twee. En… hoe bijzonder trots
ik mag zijn op ons doodgewone gezin!
Reacties
Een reactie posten