Allemaal angst

“Mama, ik hou van jou!”, roept Vera vanuit haar slaapkamer. Ik schat dat ze me dit vandaag al zo’n tien keer heeft gezegd. Ook manlief kan makkelijk een turflijstje gaan bijhouden, want eigenlijk gaat het gewoonweg de hele dag door. Ondanks het feit dat haar lieve “ik hou van jou” binnen één tel kan omslaan naar een jammerlijk “ik haat je”, is het natuurlijk fantastisch om deze woorden keer op keer uit Vera’s mond te horen komen. Het is aandoenlijk, schattig en vertederend, zelfs na honderd herhalingen. Het uitspreken van dit zinnetje heeft voor Vera echter nóg een specifieke functie: ze kan op deze manier heel eenvoudig checken of één van ons wel bij haar in de buurt is.

Vera is namelijk angstig. Voor van alles. Ze is bang voor spinnen, voor vliegen, voor bijen, voor wespen, voor spoken, voor monsters, voor boeven en zelfs voor mensen die verkleed zijn als walrus (lang verhaal…). Maar het áller bangst is Vera voor alleen zijn.  Dat vermijdt ze het liefst zoveel mogelijk. Dus speelt ze niet in haar eentje op haar kamer, rent ze de heel hard trap op en af als ze boven iets moet pakken en loopt ze voortdurend achter mij of manlief aan. Ze is daar waar wij zijn, want daar is het veilig. Ziet ze ons even niet, dan klinkt al gauw haar luide stem: “Mama, ik hou van jou!”.

Na het naar bed brengen heeft ze het liefst dat één van ons nog een tijdje boven blijft en wat aanrommelt of een douche neemt, zodat zij rustig in slaap kan vallen. Ook helpt het dat Thomas’ slaapkamer aan die van haar grenst. Zo is er slechts één deur verder altijd iemand dichtbij, al is het slechts haar jongere broertje.
 
Gelukkig is er iedere dag wel een wasje om te vouwen en houdt manlief van uitgebreid (en vooral héél lang) badderen. En ach, af en toe “ik ook van jou” roepen tussendoor is een kleine moeite natuurlijk (oké, ik beken: na drie keer galm ik er toch ook maar een “nu wel echt gaan slapen hoor!” achteraan…).

Reacties

Best gelezen berichten