Onzichtbaar monster

Mooi, er is nog een banaan en een appel. In zorgvuldig gesneden partjes laat ik het fruit in een vrolijk gekleurd plastic bakje vallen. Ik leg er een gebaksvorkje bij en schenk een glaasje water in. ‘Ah, wat lief mam, een fruithapje,’ zeg je wanneer ik het naast je op het nachtkastje zet. Je ligt languit onder de dekens met je favoriete hoodie aan. ‘Fuck off,’ staat er in feloranje letters opgeschreven. In het groene licht van de LED-strip die aan de muur hangt ziet je gezicht er nog bleker uit dan daarstraks. Je bent ziek. Was het maar een virus. Dan had ik aan je gloeiende voorhoofd kunnen voelen dat je niet lekker was en je een paracetamolletje kunnen geven. Dan had ik via Magister je school laten weten dat je een griepje had. Dan was ik thuisgebleven van mijn werk om voor je te zorgen.

Ik heb niet gezien dat het steeds slechter met je ging. Dat de stress je maag deed samenknijpen. ‘Eet je bord maar leeg, dat is goed voor je.’ Dat de nachtmerries steeds vaker terugkwamen. ‘Ga maar lekker slapen, rust is heel belangrijk.’ Dat je je steeds verder terugtrok in je eigen wereldje. ‘Een echte puber; altijd maar op haar telefoon.’ Ongemerkt nam het traumamonster jou steeds verder in beslag. Ik stond erbij en keek ernaar, maar ik zag het niet. Na de uitbarsting wist ik het. Heel even was je helemaal weggeweest. Je was terug in alle narigheid van vroeger. Je keek dwars door me heen. Ik was in jouw slaapkamer, alleen met het monster. Het was eng. Pas toen de hele vloer bezaaid lag met scherven van alle spullen die kapot hadden gemoeten, kwam je langzaam weer bij me terug.   

Gisteravond moest je huilen. Je was zo bang dat het monster weer terugkwam. Wat als dit ook op school zou gebeuren? Of bij opa en oma thuis? Ik schoot in de zorgmodus en maakte een strijdplan. De degens werden gekruist: dit monster gaan we temmen. Eerst rust, stress verminderen, dan goede hulpverlening zoeken. Terwijl je met het vorkje een stukje appel in je mond stopt kijk ik naar je. Ik weet dat je beter kan worden, want je bent mijn sterke meisje. Voor ik terug naar beneden loop kus ik je voorhoofd en aai ik even over je zwarte haren. Op de trap voel ik eindelijk de tranen over mijn wangen rollen. Ik heb het monster niet op tijd gezien, en dat spijt me zo.

Reacties

  1. Deze reactie is verwijderd door de auteur.

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Lieve Kloek, Wat vreselijk voor je meisje en voor jou. Maar je bent echt te streng voor jezelf terwijl je het zo goed doet! Je had het monster graag zien aankomen maar je ziet het monster nu wel en dat is heel goed. En het belangrijkste: je voedt het monster niet door bv je dochter te straffen voor het gedrag van het monster en/of te ontkennen dat het monster er is. Je dochter kan nu samen met jou de strijd aangaan. Ze staat niet alleen in haar verdriet en in haar strijd. Dat doe je heel goed.
    Veel sterkte samen. x

    BeantwoordenVerwijderen

Een reactie posten

Best gelezen berichten