Knuffelallergie
'Ik geef je geen kus hoor.' Vera's stem klinkt luid en duidelijk terwijl ze vrolijk haar tas op haar rug slingert. 'Tot vanmiddag, mam!' Met een harde klap gooit ze het autoportier achter zich dicht en op een holletje snelt ze richting het schoolplein. Ik kijk in mijn achteruitkijkspiegel om te zien of ik veilig weg kan rijden. Het regent hard en de ruitenwisser zwiept fanatiek van links naar rechts over het kleine raampje van mijn Fiat 500. In de auto achter ons zie ik een meisje haar moeder uitgebreid knuffelen en vlug nog een extra zoen geven voor ze uitstapt. De moeder lacht. Zou ze beseffen wat voor bofkont ze is?
Heel soms zijn er momenten dat ze het eventjes vergeet, haar knuffelallergie. Zoals die keer dat ik ineens een vreselijk hormonale huilbui kreeg tijdens het avondeten. Ik had buikpijn, was moe en baalde gewoon van alles en iedereen. Met haar mond nog propvol spaghetti bolognese omhelsde Vera me troostend. 'Het komt wel goed, mama, ik voel me ook weleens zo rot als ik ongesteld moet worden.' En die andere keer, toen er na twee jaar coronagedoe en telkens alleen maar negatieve uitslagen ineens toch twee felrode strepen op haar zelftest verschenen. Vera schrok daar zo van dat ze hevig snikkend bij me op schoot kroop. Met volle teugen geniet ik intens van deze momenten van ongeremde dochterliefde, terwijl ik me zo stil mogelijk houd. Want benoemen hoe fijn haar spontane knuffels zijn zou zo’n magisch moment waarschijnlijk bruut verstoren.
Reacties
Een reactie posten