Leren zwemmen
Het is zondagmiddag, vlak voor etenstijd. Klam van het zweet
zit ik op een bankje in de zinderende hitte van het plaatselijke zwembad, want
Thomas heeft zwemles. Het valt me op dat zijn borstcrawl is verbeterd. Zijn
obsessie met onder water zwemmen is echter nog prominent aanwezig. De
badmeester moet talloze malen benoemen dat het nu het juist de bedoeling is om
bóven water te blijven. Dat helpt even,
maar al gauw is Thomas afgeleid en duikt zijn hoofd weer koppie onder.
Toch ben ik trots op hem. Hij zwemt met allemaal kinderen
zonder beperking en komt eigenlijk best redelijk mee met hun niveau, tot nu
toe. Natuurlijk hebben we deze zwemschool bewust uitgekozen, want de groepjes
zijn twee keer zo klein als die van de reguliere zwemlessen. Bovendien hebben
de zwemdocenten ervaring met lesgeven aan kinderen met een beperking.
In de ogen van de andere kinderen zie ik wel dat Thomas een beetje
de vreemde eend in de bijt is. Vooral in de kleedkamer vallen we op. Tussen het
afdrogen en aankleden door leg ik in Jip-en-Janneke-taal uit wat pleegzorg
inhoudt, als een kind vraagt of ik Thomas’ moeder wel ben, want “hij is zo
bruin en jij zo wit en hoe kan dat dan?” En heel stoïcijns negeer ik verbaasde
blikken als ik Thomas zijn grote witte luier omdoe. Vragen hierover beantwoord ik zo simpel
mogelijk: “anders plast hij in zijn broek”. Punt.
En Thomas zelf? Die lijkt zich geen moment te beseffen dat hij afwijkt
van de grijze massa van zwemmende, omkledende en qua uiterlijk met hun ouders
matchende kinderen. Hij heeft er in ieder geval geen last van. Hij is zoals hij
is, en hij hoort bij mij, dat is alles wat hij uitstraalt. Luid zingend laat
hij zich verschonen en aankleden. Hij heeft de grootste schik en merkt totaal niet
dat het om hem heen steeds stiller wordt en dat alle kinderen hem bevreemd aankijken,
omdat zijn gezang als een soort oerwoudgeluid door de ruimte heen galmt.
Eigenlijk vind ik het heel erg fijn, dat Thomas zichzelf
niet als “anders” lijkt te zien. Het maakt alles zoveel simpeler, vrolijker en lichter.
Hij is puur, past zich niet aan en kent geen schaamte. Waarschijnlijk zal dit
allemaal ooit gaan veranderen en zijn overzichtelijke leven een stuk complexer
maken, maar dat is voor latere zorg. Voor nu geniet ik van zijn eigenwijze gezicht
dat nét te vaak onder het wateroppervlak verdwijnt. Ik heb er vertrouwen in dat
hij, net als de andere kinderen, best kan leren zwemmen. En dat hij uiteindelijk
zijn hoofd wél boven water zal leren houden.
Reacties
Een reactie posten