Brief aan de staatssecretaris van onderwijs

Beste meneer Dekker,

Mijn naam is Krissie en ik ben pleegmoeder van twee prachtige kinderen: Vera en Thomas. Beide zes jaar oud en beide zorgintensief. Dat houdt in hun geval in dat zij veel meer begeleiding, structuur en duidelijkheid nodig hebben dan een gemiddeld kind van hun leeftijd. Zorg die mijn man en ik samen aan hen bieden, met veel liefde en plezier. Daarnaast werken wij beiden, afwisselend van elkaar en aangepast aan de schooltijden, zodat we inkomen genereren maar er ook zélf voor Vera en Thomas kunnen zijn, wat gezien hun problematiek hard nodig is.

Nu zult u wel denken, dat is alleraardigste informatie, maar wat moet ík ermee. Dat zal ik u uitleggen. Vera zit op een reguliere basisschool en Thomas volgt onderwijs voor zeer moeilijk lerende kinderen. Allebei zijn ze dus zes weken vrij in de zomervakantie. En dáár wil ik het graag met u over hebben. Want dat is lang, té lang naar mijn idee. Vooral voor Thomas, die een verstandelijke beperking heeft, is deze periode te groot om goed te kunnen overzien. Dit leidt tot verwarring en vragen die hij niet duidelijk kan stellen, wat resulteert in dwars gedrag en driftbuien. Natuurlijk hebben wij thuis van alles gedaan om voor de kinderen inzichtelijk te maken hoeveel dagen de vakantie nog duurt en wanneer hun school weer van start gaat. De eerste weken ging dit redelijk goed, maar inmiddels lijken afstreepkalenders en pictogrammen geen soelaas meer te bieden. Ook het weer invoegen op school na zo’n lange periode vrij te zijn geweest gaat altijd weer gepaard met de nodige hobbels en bobbels. Kortom: deze zes zomerse weken hebben een grote invloed, een lange nasleep en zorgen voor veel onrust binnen ons gezin.

Vandaar nu deze brief en mijn prangende vraag aan u: waarom duurt de schoolvakantie eigenlijk nog steeds zes weken? Uit betrouwbare bron heb ik vernomen dat deze vrije periode in de zomer van oudsher stamt uit de tijd dat kinderen op het land mee moesten helpen de oogst binnen te halen. Dat is echter natuurlijk totaal achterhaald tegenwoordig, en bovendien zelfs bij wet verboden. Onze kinderen hoeven niet te gaan hooien, harken en plukken. Sterker nog: die van mij weten amper wat dat is, want groenten en fruit kopen wij in de supermarkt en in onze tuin liggen tegels, op één armetierig bloemperkje na.

U begrijpt vast dat het voor mijn man en mij niet mogelijk is om zes weken vrij te nemen. Bij onze werkgevers is helaas geen mogelijkheid voor invoering van een zomerreces. Oppasmogelijkheden zijn voor heel veel mensen lastig om te realiseren, maar dit wordt nog ingewikkelder en bovendien duurder als het gaat om kinderen met een beperking. Daarbij is het voor deze kinderen (waaronder voor Vera en Thomas) niet altijd haalbaar om zomaar verzorgd en begeleid te worden door mensen die zij niet kennen. Thomas bijvoorbeeld raakt hiervan zo angstig en in paniek, dat we dan gegarandeerd problemen zouden krijgen met buren en omwonenden vanwege geluidsbarrière brekende gilpartijen.

Zes weken vakantie vormen dus een vrijwel onoplosbare sudoku en bovendien een enorme belasting voor ouders van zorgintensieve kinderen, maar vóóral voor deze kwetsbare kinderen zelf. Ik hoop dan ook dat u mij een duidelijk antwoord kunt geven op de vraag die ik u eerder in deze brief stelde. Wellicht bent u zelf goed in puzzelen en ziet u mogelijkheden waar ik stukjes over het hoofd zie? Dan hoor ik dit uiteraard ook graag van u terug. En misschien, heel misschien, wilt u zelfs gaan nadenken over het verkorten van de zomervakantie. Vier weken vrij moet genoeg zijn, toch? (En anders plan B: subsidie voor een verbouwing van mijn achtertuin, zodat ik mijn kinderen ouderwets gewassen kan laten oogsten in de zomer, is dat geen briljant plan?)

Reacties

Best gelezen berichten